Druk op de huisartsen

De langere wachttijden zijn volgens Verdaasdonk een groot probleem voor huisartsen en patiënten. “Door de lange wachttijden bij de GGZ blijven mensen wat langer bij de huisarts. Hierdoor wordt de complexe problematiek niet opgelost. Mensen hebben dan makkelijker een korter lontje en gaan zich dan eerder agressief gedragen.”

Anneke Roobol merkt ook de gevolgen van deze wachttijden in het gezondheidscentrum in Rotterdam. “Er is een enorme druk komen te liggen bij de huisartsen. Bij ons zijn er geen drempels. Terwijl de wachtlijsten bij de GGZ, de Ouderenzorg en de Jeugdzorg toenemen. Het gevolg is dat al die mensen bij ons komen. Wij zijn het eerste aanspreekpunt.”

Beroepsgeheim en zorgplicht

De LHV geeft aan dat slechts in een klein aandeel van de gevallen, zo’n 10 tot 15 procent, ook aangifte gedaan wordt. Bij de huisarts zijn de lijntjes kort en kennen de artsen en assistenten de patiënten goed. Dat maakt het complex, zegt Roobol. “Je bent als huisartsenpraktijk heel laagdrempelig. Je kent de patiënten goed en heel lang. Je weet ook wat de oorzaak is, dat iemand bijvoorbeeld ziek is. Dus vaak is het ook invoelbaar en je wil iemand ook graag helpen.”

Door de zorgplicht moeten de huisartsen ook door met een patiënt: “Het beroepsgeheim zit in de weg. En we kennen deze mensen. We moeten morgen ook met ze door. Het zijn onze patiënten. Dat is heel anders bij andere beroepen.”

Uitval door agressie

De agressie heeft volgens Verdaasdonk veel negatieve effecten op huisartsen en medewerkers. “Het zijn hele heftige uitspraken die op het moment zelf veel impact hebben maar de mensen lijden er daarna ook nog onder.”

Ook Roobol merkt bij collega’s uitval door de agressie. “Ik hoor wel om me heen collega’s die aangeven: dit trek ik gewoon niet, als ze een aantal weken achter elkaar te maken hebben met agressie. Daar wordt je niet gelukkig van. En dan zegt iemand soms wel als dit zo doorgaat dan kap ik ermee. Heel begrijpelijk, maar natuurlijk doodzonde. Er is al zo’n gebrek aan personeel.”